Scootmobiel | ||||
![]() |
||||
Aandrijving | elektromotor | |||
Periode | na 1980 | |||
Snelheid | 8-20 km/u | |||
Beschikbaarheid | particulier | |||
Infrastructuur | wegen | |||
Doelgroep | mindervaliden | |||
|
Een scootmobiel is een driewielige, vierwielige of vijfwielige ( sinds 2008 in Nederland) scooter met een elektrische aandrijving welke momenteel hoofdzakelijk wordt gebruikt door mindervaliden of mensen met een mobiliteitsbeperking. De eerste types scootmobielen werden gekenmerkt als "invalidenkarretjes". Ze waren stug, oncomfortabel en door hun uiterlijk, beperkte snelheid en beperkte actieradius niet geliefd. In de loop der jaren is de scootmobiel door grote veranderingen en modernisering populair geworden bij voornamelijk ouderen en mensen met een mobiliteitsbeperking. Met een maximumsnelheid van ca. 19 km per uur en een actieradius van meer dan 100 kilometer is de scootmobiel inmiddels ook een geliefd vervoermiddel van forensen en personen die comfortabel willen reizen en de file en openbaar vervoer willen vermijden.
Inhoud[verbergen] |
Het aantal scootmobielen is de laatste jaren in Nederland drastisch toegenomen doordat gemeenten in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten deze vervoermiddelen in bruikleen aan ouderen verstrekken. Scootmobielen mogen in Nederland rijden op de rijbaan, (brom-)fietspad of trottoir. Op het trottoir geldt een maximumsnelheid van 6 km/h.
Door de toename zijn er in de afgelopen jaren veel scootmobielclubs opgericht die scootmobieltochten organiseren. Het is een moderne vorm van een gehandicaptenvoertuig.
De meeste scootmobielen bevatten twee accu's van 12 volt die een elektromotor van 24 volt van spanning voorzien. Deze accu's gaan bij normaal gebruik gemiddeld 5 jaar mee. De snelheid wordt bepaald met een handvat, pedaal of potmeter.
De gebruiker van de scootmobiel is een bestuurder. Hij mag gebruik maken van de rijbaan, het (brom)fietspad en het voetpad of trottoir, maar niet van de auto(snel)weg of wegen die verboden zijn voor fietsers én bromfietsers. Op het trottoir gedraagt de scootmobielbestuurder zich als een voetganger (max. snelheid 6 km/h), daarbuiten als bestuurder. Met een scootmobiel mag je supermarkten, grote warenhuizen en ziekenhuizen binnenrijden. Bij gewone winkels en openbare gebouwen zoals musea en gemeentelijke gebouwen moet je de scootmobiel soms buiten laten staan. Bij musea moet je vaak grote afstanden overbruggen en daarom kun je hier vaak overstappen in de daar aanwezige museumrolstoel. Net als al het andere verkeer moet een scootmobiel voorzien zijn van verlichting aan de voor en achterkant wanneer men in het donker gebruik wil maken van de scootmobiel.